Ik pas elke week op mijn kleinkinderen, beweeg graag en doe veel vrijwilligerswerk. Onder meer als gebouwcoördinator voor de VVE, als coach bij het Vrijwilligerspunt en voor het thuisadministratieproject van Woej.
Door de coronavoorschriften kan ik minder vrijwilligerswerk doen dan ik zou willen. Veel activiteiten gaan niet door. Daarnaast merk ik dat mensen voorzichtiger zijn. Voor zichzelf, maar ook voor mij. Niet iedereen staat te springen om een 73-jarige in huis te halen, ik val officieel onder de risicogroep. Gelukkig zijn er nog wel dingen die ik wel kan doen. Thuisadministratie kan bijvoorbeeld grotendeels vanuit huis. En toen ik van het Vrijwilligerspunt hoorde dat één van mijn buurtbewoners moeite had met haar boodschappen, twijfelde ik ook geen moment. Wekelijks haal ik bij haar een lijstje op, ik ga naar de winkel en breng de boodschappen bij haar thuis. Inmiddels weet ik wat ze lekker vindt, dat helpt wel. En het is ook altijd gezellig om even een praatje te maken, op een afstandje natuurlijk.
Ik vind dat vrijwilligerswerk twee kanten heeft. Natuurlijk doe je het in eerste instantie voor een ander. Je helpt er iemand mee. Maar daar heb je zelf ook weer wat aan. Vaak is het gezellig en ik haal er voldoening uit.
Gelukkig kunnen we nog altijd meer wel doen, dan niet. Beweegoefeningen thuis, lange wandelingen met mijn vrouw, videobellen met mijn zoon en kleinkind, een kopje koffie erbij. Ik heb alles wat ik nodig heb en ik voel me gelukkig dat mijn kinderen tot nu ook nergens last van hebben. Zolang dat zo blijft, hoor je mij niet klagen. Ik ga gewoon nog een keer rondvragen of ik voor iemand iets kan betekenen.”
Martin van Lint