Vanwege mijn fysieke beperking deed ik al veel vanuit huis. Ik ben gewend om letterlijk en figuurlijk om obstakels heen te bewegen en te kijken naar wat wél binnen de mogelijkheden ligt, in plaats van mij bezig te houden met wat niet (meer) kan. Die instelling heeft ervoor gezorgd dat ik mij vrij snel kon aanpassen.
Natuurlijk mis ik ook wel dingen. Mijn man en ik vallen alle twee onder een kwetsbare doelgroep, dus we zijn heel voorzichtig, Ik kon tijdelijk geen fysiotherapie krijgen. En we durven vanwege besmettingsgevaar de thuiszorg niet meer binnen te laten, waardoor er extra zorg op de schouders van mijn man terechtkomt. Maar ik mis vooral contact met anderen. En spontaan op pad kunnen. Naar de supermarkt, waar ik sinds maart al niet meer ben geweest. Of naar de bakker, als ik ineens trek heb in een lekker broodje.
Toch zie ik ook een positieve verandering: digitale mogelijkheden zijn ineens enorm uitgebreid. Als ik voorheen aan een arts vroeg of een afspraak ook via beeldbellen kon, was dat ondenkbaar. Nu is dat bijna normaal. Er zijn ook digitale manieren bedacht om mijn vrijwilligerswerk als Taalmaatje en als lid van de Adviesraad Sociaal Domein zoveel mogelijk voort te kunnen zetten. En ik kan nu ook deelnemen aan evenementen of inspreken op onderwerpen die ik voorheen had moeten laten gaan. Een heel waardevolle ontwikkeling voor mensen die om gezondheidsredenen min of meer aan huis gebonden zijn.
Ik zou het heel mooi vinden als we deze digitale ontwikkelingen ook na de coronacrisis vast kunnen houden, zodat mensen met een fysieke beperking zoveel mogelijk mee kunnen blijven doen. Want voor ons is er juist ook een wereld open gegaan.’’
Noëlle Nefs